De heup van de hond
De normale heup bij een hond
Normale heupen zijn opgebouwd uit een heupkop en een heupkom. De kop zit in de kom en past hier goed in. Op de afbeelding is een normaal heupgewricht van de hond te zien met alle structuren (met dank aan Novartis).
Als een hond heupdysplasie heeft, past de heupkop niet goed in de heupkom of zit deze te los. Hierdoor kan de heupkop geheel of gedeeltelijk uit de kom schieten. Het eruit schieten doet pijn. Daarnaast veroorzaakt deze instabiliteit artrose, ofwel gewrichtsslijtage. Deze artrose doet ook pijn.
Hoe ontstaat heupdysplasie (HD) bij de hond?
Er zijn verschillende mogelijke oorzaken voor het ontstaan van heupdysplasie (HD). De belangrijkste factor is genetische aanleg. Door alleen maar met dieren te fokken die HD-vrij zijn, kan je het optreden van HD fors terugdringen. Het nadeel is dat dieren drager kunnen zijn van HD zonder het zelf te hebben. Fokken met een dier dat geen HD heeft, sluit dus niet uit dat de nakomelingen ook geen HD krijgen. Echter, door structureel alleen te fokken met dieren zonder HD is het mogelijk dit op lange termijn uit een ras te fokken.
Naast een genetische aanleg is voeding ook van groot belang. Indien honden gevoed worden met een dieet dat veel calcium bevat, een foute calcium/fosfor verhouding of een hoog energiegehalte heeft, is de kans op het ontstaan van HD een stuk groter. Een goed dieet beperkt de kans op HD dus aanzienlijk.
Als laatste is beweging een factor. Indien grote honden die nog erg jong zijn, dus voordat ze uitgegroeid zijn, fysiek al zwaar belast worden, is de kans op het ontstaan van HD ook groter. De vraag is dan wel weer wat een zware belasting inhoudt. Hier is geen duidelijk antwoord op. Wij adviseren u in ieder geval om uw hond niet naast de fiets te laten rennen. Lekker een stuk wandelen kan natuurlijk wel.
Welke symptomen heeft een hond met heupdysplasie (HD)?
De symptomen verschillen per hond en hangen af van de ernst. Het is echter niet altijd zo dat honden met ernstig zichtbare HD op de röntgen, ook altijd slecht lopen. Soms hebben honden op röntgen duidelijk HD maar lopen ze nog vrij goed. Andersom kan ook.
Soms is bij een wakker dier al te voelen dat de heup instabiel is. Via de Ortalani-test is te voelen dat de heup uit de kom is te duwen. Onder narcose is dit nog duidelijker, omdat de dieren dan volledig ontspannen zijn.
Honden met HD hebben pijn.
We zien vaak de volgende symptomen:
1. Moeilijk overeind komen
2. Een ietwat waggelende gang met de achterpoten
3. Minder graag rennen of lopen
4. Meer blijven liggen
5. Niet meer op de bank kunnen springen of in de auto komen
Geen van deze symptomen zijn specifiek. Andere ziektes kunnen dezelfde symptomen geven.
Hoe stelt men de diagnose van heupdysplasie bij de hond?
De diagnose kan soms al via een klinisch onderzoek gesteld worden. Honden met HD hebben vaak een wat zwalkende gang met de achterhand. De definitieve diagnose wordt echter gesteld door middel van röntgenonderzoek en het goed navoelen van de heupen onder narcose.
Hoe behandelt men heupdysplasie bij de hond?
Er kan behandeld worden op conservatieve wijze (dus zonder operatie) of chirurgische wijze.
Conservatief
Door al te zware belasting van de heupen te vermijden voorkomen we ten dele dat er artrose ontstaat. Het trainen van de spieren is echter wel goed, en dan met name van de bilspieren. Daarom is zwemmen een ideale manier om beiden te bereiken. De (bil)spieren worden getraind en het gewricht wordt amper belast. Door de bilspieren goed te trainen, wordt het heupgewricht stabieler. De bilspier drukt de heup steviger in de heupkom waardoor deze wat stabieler wordt.
Daarnaast geven we vaak pijnstillers. Deze medicijnen zijn niet alleen pijnstillend, maar ook ontstekingsremmend. Hierdoor remmen ze de vorming van artrose.
Als laatste is ondersteuning mogelijk met behulp van voeding en voedingssupplementen.
Chirurgisch
Indien er nog geen artrose gevormd is, kan geprobeerd worden het heupgewricht te stabiliseren. De meest effectieve methode om dit te bereiken is een bekkenkanteling. Door de heupkom los te zagen en deze naar beneden toe te kantelen, komt de heupkop automatisch dieper in de heupkom te liggen. Hierdoor wordt het gewricht stabiel en voorkomen we artrosevorming.
Deze techniek werkt alleen bij jongen honden voordat er artrose gevormd is. Daarom wordt dit in de regel alleen gedaan bij dieren jonger dan 1 jaar. Hoe jonger, hoe beter. Want hoe jonger de hond is, hoe minder kans op artrose. Als er reeds artrose gevormd is heeft deze operatie geen effect meer. Dit omdat de pijn ook na kantelen aanwezig blijft. De kosten van een dergelijke operatie bedragen circa €1850,-- afhankelijk van het gewicht van de hond.
Als tweede optie kan men ervoor kiezen het volledige heupgewricht te vervangen. Dit kan ook gedaan worden indien er al (erge) artrose is. De kosten van een dergelijke ingreep zijn echter behoorlijk. Men moet rekenen op zo’n €3500,-- per heup.
Bron: Caressa dierenziekenhuizen
De aan onze rasvereniging verbonden fokkers moeten zich houden aan het fokreglement en zullen de ouderdieren officieel(!) screenen op HD.
De elleboog van de hond
De elleboog is een gewricht waar vaak problemen in ontstaan bij honden. Bij honden is het meest voorkomende probleem elleboogdysplasie. De elleboog wordt gevormd door de condylen van de bovenarm, ofwel de humerus, en de radius en ulna, ofwel de ellepijpen.
Oorzaak van LPC of elleboogdysplasie bij de hond
Er zijn verschillende mogelijke oorzaken voor het ontstaan van elleboogdysplasie. Deze is praktisch gelijk aan heupdysplasie. Elleboogdysplasie komt vaak bij dezelfde hondenrassen voor als heupdysplasie. De belangrijkste factor is genetische aanleg. Door alleen maar met dieren te fokken die elleboogdysplasie vrij zijn kan je het optreden van elleboogdysplasie fors terugdringen. Het nadeel is dat dieren drager kunnen zijn van elleboogdysplasie zonder het zelf te hebben. Fokken met een dier dat geen elleboogdysplasie heeft sluit dus niet uit dat de nakomelingen ook geen elleboogdysplasie krijgen. Echter, door structureel alleen te fokken met dieren zonder elleboogdysplasie is het mogelijk dit op lange termijn uit een ras te fokken.
Naast een genetische aanleg is voeding ook van groot belang. Indien honden gevoed worden met een dieet dat veel calcium bevat, een foute calcium/fosfor verhouding of een hoog energiegehalte heeft is de kans op het ontstaan van elleboog dysplasie een stuk groter. Een goed dieet beperkt de kans op elleboogdysplasie dus aanzienlijk.
Als laatste is beweging een factor. Indien grote honden die nog erg jong zijn, dus voordat ze uitgegroeid zijn, fysiek al zwaar belast worden, is de kans op het ontstaan van elleboogdysplasie ook groter. De vraag is dan wel weer wat een zware belasting inhoudt.
Welke vormen van elleboogdysplasie kennen we bij honden?
Elleboogdysplasie is onder te verdelen in verschillende aandoeningen:
1. Los processus coronoideus (LPC). Hierbij laat er een klein stukje (kraak)been los in het gewricht, nl. het processus coronoideus.
2. Los processus anconeus (LPA). Hierbij laat de processus anconeus los.
3. Incongruente groei tussen radius en ulnaofwel de beide ellepijpen. Dit zien we vaak bij de hondenrassen met kort gefokte poten zoals Teckel of Basset en wordt ook wel radius curvus genoemd.
4. Osteochondrosis dissecans (OCD). Hierbij laat er een klein stukje (kraak)been los
van de condylen van de humerus.
Welke symptomen heeft een hond met elleboogdysplasie of LPC?
Dieren met elleboogdysplasie lopen altijd in min of meerdere mate mank. De mate hangt af van de ernst van het probleem.
De factoren hierin zijn:
1. De grote van het losse fragment. Grotere stukken leiden tot meer mankheid. Indien het stuk vrij in het gewricht beweegt doet dit meer pijn.
2. De mate van artrose. Deze wordt gevormd indien het dier lang met het probleem doorloopt zonder behandeling.
3. Het soort probleem. Incongruentie leidt tot erge mankheid dan een klein OCD fragment. LPA leidt in de regel ook tot ergere mankheid.
De problemen beginnen vaak al op jonge leeftijd. Meestal komen de dieren voor het eerst bij onze dierenartsen op een leeftijd tussen de zes en twaalf maanden. De klacht is meestal dat de hond dan weer mank loopt, dan weer niet. Vaak zien we dat het de ene keer de linker poot betreft, dan weer de rechter. Dit komt omdat elleboogdysplasie vaak aan beide poten tegelijk voorkomt.
De meest voorkomende aandoening LPC leidt vaak tot milder manken. Het lijkt een beetje alsof de hond loopt ‘met een steentje in zijn/haar schoen’.
Hoe stellen we de diagnose van elleboogdysplasie of LPC bij honden?
De diagnose wordt gesteld door het klinisch onderzoek. Op röntgen is vaak te zien dat er sprake is van elleboogdysplasie. Echter, niet alle afwijkingen zijn op röntgen te zien. Op röntgen zijn namelijk alleen de botten te zien. Kleine stukjes los kraakbeen zijn meestal niet te zien. Andere onderzoeksmethodes zijn een CT-scan of via artroscopie. Soms maken we een botscan (scintigrafie). Dit doen we met name indien we de oorzaak van het manken moeilijk kunnen lokaliseren.
Hoe behandelen we elleboogdysplasie of LPC bij de hond?
Elleboogdysplasie dient chirurgisch behandeld te worden. Kleine losse fragmenten (stukjes kraakbeen en/of bot) worden meestal verwijderd. Grote fragmenten, zoals bij een LPA, kunnen soms vastgezet worden met een schroefje. In geval van incongruente groei tussen radius en ulna voeren we een zogenaamde ulnectomie uit. Hierbij wordt de ulna doorgezaagd zodat de radius ‘vrij’ kan groeien. Later geneest de ulna weer, alleen dan op de ‘juiste’ lengte.
Radius curvus bij de hond
Indien er artrose is ontstaan geven we vaak pijnstillers. Deze medicijnen zijn niet alleen pijnstillend, maar ook ontstekingsremmend. Hierdoor remmen ze de vorming van artrose.
Tevens is ondersteuning mogelijk met behulp van voeding en voedingssupplementen. Speciale gewrichtsdieten zijn rijk aan onverzadigde vetzuren (omega 3 vetzuren). Deze hebben een ontstekingsremmende werking. Daarnaast zijn er andere toevoegingen die dit effect nog extra ondersteunen.
Bron: Caressa dierenziekenhuizen
Onze Rasvereniging stimuleert de aangesloten fokkers om de ouderdieren officieel(!) te screenen op ED.
Gescheurde kruisband
Gescheurde kruisband bij de hond
Kruisband problemen komen zeer vaak voor bij met name grote honden. Bij kleine honden en katten zien we echter ook geregeld scheuren van de voorste kruisband. Naast een gescheurde voorste kruisband zien we soms ook als complicatie een gescheurde meniscus. Op de afbeelding is een normale knie te zien met alle structuren (met dank aan Novartis).
Hoe ontstaat een gescheurde kruisband bij de hond
De oorzaak van de gescheurde aanleg bestaat uit verschillende factoren. Ten eerste kan een genetische aanleg de reden zijn. Zo zien we dat circa 70% van alle honden die hun kruisband scheuren, dit later ook aan de andere knie krijgen. Daarnaast is de belasting van de kruisband bij grotere honden zwaarder. Vaak zijn het fors bespierde honden en komt er bij het rennen en spelen grote krachten op de kruisband te staan. Soms is het
gewoon pech. De kruisbanden scheuren dan na een ongeluk of een verkeerde beweging.
Welke symptomen heeft een hond met een kruisbandscheur?
De symptomen zijn duidelijk bij een volledige ruptuur (scheur) van de kruisband. Honden lopen fors mank en tippen vaak nog maar net op hun tenen de grond aan. Indien de band niet volledig gescheurd is hoeft dit niet zo duidelijk zichtbaar te zijn. De mankheid is vaak acuut en abrupt ontstaan. Meestal zeggen de eigenaren tegen de dierenarts dat de hond na het spelen acuut mank terug kwam of een gil gaf. Daarnaast is de knie dik en overvuld met gewrichtsvloeistof. Dit is zeker door een dierenarts duidelijk te voelen. Tot slot is de knie instabiel. De dierenarts kan dit voelen door de zogenaamde schuifladetest. Hierbij is het scheenbeen naar voren te bewegen ten op zichte van het bovenbeen. Als de hond zich bijzonder aanspant of als de band niet volledig gescheurd is, is dit niet altijd even duidelijk te voelen.
Hoe stellen we de diagnose van een gescheurde kruisband bij de hond?
De diagnose kan gesteld worden door een goed klinisch onderzoek. De dieren zijn erg mank, de schuifladetest is positief en de knie is overvuld met vocht. Op röntgen is te zien dat het kniegewricht overvuld is en dat het scheenbeen te ver naar voren staat ten opzichte van het bovenbeen.
Hoe behandelen we een gescheurde kruisband?
Katten hoeven vaak niet behandeld te worden aan een kruisband scheur. Vaak lopen ze zonder operatie al weer goed na een paar weken. Indien er na twee tot drie weken nog geen duidelijke vooruitgang te zien is, is meestal de meniscus beschadigd en dient er toch geopereerd te worden. Hetzelfde geldt voor kleine hondjes. Grote honden dienen echter altijd geopereerd te worden.
Bron : Caressa dierenziekenhuizen.
OCD
Bij OCD komen er kleine stukje kraakbeen en/of bot vrij in het gewricht. Dit zien we het meest in de elleboog (de zogenaamde LPC) maar kan ook op andere plaatsen voorkomen. Het komt bijna altijd bij grote hondenrassen voor.
De klachten zijn in min of meerdere mate mank lopen. Een hond met OCD loopt meestal niet stokkreupel maar meer alsof ze met een steentje in de schoen lopen. Vaak zijn de honden ook startkreupel.
OCD bij de hond kan optreden in de volgende gewrichten:
1. Schouder OCD. Hierbij komt er meestal een stukje (kraak)been los aan de achterzijde van de schouderkop (OCD van de caudale humeruskop).
2. Elleboog OCD. Zie hiervoorLPC bij de hond.
3. OCD van de hakken.
4. OCD in het Kniegewricht.
De behandeling bestaat uit het chirurgisch verwijderen van de stukjes (kraak)been. Hierna knappen de honden meestal snel weer op. Wel hebben honden die geopereerd zijn aan OCD vaak op langere termijn meer arthrose (gewrichtslijtage). Meestal kunnen honden met O.C.D. geopereerd worden via arthroscopie. Hierbij gaan we met een zeer kleine camera en instrumenten in het gewricht van de hond, waardoor honden veel sneller herstellen.
Bron: Caressa dierenziekenhuizen