Gedrags training VS de Cane Corso Italiano

Veel voorkomende gedragsproblemen bij de Cane Corso

Blaffen, Onzindelijk, Angst, Agressie kinderen/mensen/honden/andere dieren/objecten, Jachtdrift, Verlatingsangst of niet alleen thuis kunnen zijn. Maar ook Trekken aan de lijn, Niet komen als je hem roept. Er komt een baby in huis; wat nu? Eten van voorwerpen, Eten van ontlasting, Dingen pikken en niet terug brengen/kapot bijten, Stress in de auto, Ongehoorzaamheid, Overmatig likken, Staart jagen, Hyper gedrag enz..


Oorzaken van gedragsproblemen bij de Cane Corso

1. Predispositie of erfelijke aanleg bv angst, agressie, prikkelbaarheid

Het karakter van de hond wordt bepaald door 2 factoren: het fenotype, de omgevingsfactoren en het genotype dat door de genen wordt doorgegeven. De reu zal zijn gedrag voornamelijk doorgeven via de genen. Hij voedt de pups niet mee op, dat is het werk van de teef. Zij bepaalt dus eerder het fenotype. Ook de mens is voor een groot deel verantwoordelijk voor het gedrag van zijn hond. Door ons selectief fokgedrag hebben we een hele reeks honden ontwikkeld voor allerhande taken en functies. Kwekers fokken honden met de bedoeling een bepaald gedrag te laten domineren. Voor het maken van vechthonden hebben ze de meest agressieve honden met elkaar laten voortplanten tot er bij wijze van spreken bloeddorstige monsters zijn uit voort gekomen zoals Terriërs, gekweekt tot harde, moedige, koppige honden met een zeer hoge pijndrempel. Als deze hond in een gevecht terecht komt gaat hij door tot het einde! De opvoeding van honden is dus zeer belangrijk. Zolang de hond in een goede omgeving terecht komt en een goede en correcte opvoeding krijgt, is de kans zeer klein dat de hond agressief uit de hoek komt. Zonder reden haalt een hond immers niet uit.
Komt een genetisch agressieve hond echter bij een persoon terecht die van de hond verwacht dat hij zijn baasje en ook het territorium ten alle prijze verdedigt dan is de kans op extreme agressiviteit veel groter.

2. Lichamelijke of medische oorzaken
Lichamelijke problemen of medische redenen kunnen ook aan de basis liggen van gedragsproblemen bij de hond. Als het dier bv zijn poot gebroken heeft, zal het liever met rust gelaten worden. Als men de hond dan toch oppakt waardoor zijn poot extra pijn doet, is de kans zeer reëel dat hij bijt. Alvorens naar een gedragstherapeut te gaan moet eerst elk medisch probleem uitgesloten zijn.

3. Mis matching

Dit betekent dat de verkeerde hond bij de verkeerde eigenaar terecht komt. Een angstige hond bij een macho eigenaar is geen gezonde situatie. De eigenaar verwacht immers van de hond dat die sterk en stoer is en hij zal de hond met de harde hand opvoeden zodat het dier bv angst agressie gaat ontwikkelen.
Ook een vizsla bij een ouder echtpaar op een appartement is een mismatching. Dit ras heeft veel beweging nodig. Het dier zal zich vervelen en uit verveling bv. gaan staart jagen om de tijd te doden.

4. Relatie

Als de sociale rangorde niet wordt gerespecteerd zodat de hond zich alfa voelt van de roedel, dan eigent hij zich het recht toe de mensen te corrigeren. De hond beslist dan wie er binnenkomt, heeft de beste plaats in huis, eet als eerste en alle speeltjes zijn van hem. In deze situatie kunnen o.a. bezitsagressie en dominantieagressie voorkomen.

5. Socialisatiefouten

Als de hond tijdens zijn puppyperiode niet goed gesocialiseerd werd kan dit ernstige gevolgen hebben. Een pup die bijvoorbeeld opgroeide in een donker, afgelegen hok is niet gewend aan onze voorwerpen en geluiden. De hond kan dan bang zijn van alles wat beweegt of geluid maakt zoals een kopje, stofzuiger, trappen, auto’s enz.

6. Conditioneringsfouten

Een gedrag dat wij van de hond als puppy hebben geduld, kan als storend worden ervaren als hij volwassen is. Een kleine pup zien “rijden” op een speelgoedbeertje is schattig, maar het is minder aangenaam als hij dit als volwassen dier doet bij onze bezoekers.

7. Traumatische ervaringen

Net als de mens kan de hond een trauma overhouden aan negatieve ervaringen die hij als hond ervaren heeft. Als hij ooit eens van de trap is gevallen zal hij een trap steeds als een gevaar beschouwen. Indien hij met een stok geslagen werd, krimpt hij ineen van schrik als hij nog maar een stok ziet.

8. Overname van gedrag of stemming van de baas

Als de eigenaar van de hond bang is van onweer en de hond merkt dit dan zal hij dit angstgedrag overnemen. Indien de hond sowieso al bang was voor onweer, dan bevestigt de angst van zijn baasje zijn angst.
Als de eigenaar van hond A niets moet weten van de eigenaar van hond B, dan is het mogelijk dat hond A dit aanvoelt. Hij gaat zich agressief gedragen tegenover hond B terwijl hij naar geen enkele andere hond uithaalt.
Het feit dat een hond zeer gevoelig is voor de stemming van zijn baasje kan ook een positief effect hebben voor deze laatste. Mensen hebben soms een grote steun aan hun hond. Hoeveel honden komen hun baasje niet troosten als deze ongelukkig is?

9. Voeding

Een verkeerde of onvolledige voeding kan het gedrag van de hond ook beïnvloeden. Een hond die voeding krijgt met te veel kleurstoffen of bewaarmiddelen kan overactief worden. Een te kort aan serotonine kan angst vergroten. Sommige honden zijn allergisch aan bewaarmiddelen; ze worden misselijk waardoor ze gras gaan eten en krijgen jeuk en rode plekken waaraan ze gaan krabben.

10. Jacht

Het is normaal dat een hond gaat jagen. Door goede socialisatie binnen de roedel kan dit echter wel voorkomen worden. Jacht is dus een natuurlijk gedrag dat soms gewoon als een probleem gezien wordt. Indien de hond jaagt op roedelgenoten is er echter wel een fout in de sociale rangorde.

11. Bescherming of territoriumdrift

De hond beschermt zijn roedel en verdedigt zijn territorium. Als het baasje dit niet voldoende zelf doet dan zal de hond bijspringen. Is territoriumdrift voor jou niet zo belangrijk, dan kan je beter een hond nemen die niet werd gefokt voor zijn beschermende of verdedigende karakter.

12. Conditioneren i.p.v. opvoeden

Kunstjes leren aan de hond is leuk, maar een goede opvoeding is veel belangrijker. De hond moet weten waar zijn plaats in de roedel is. Hij moet ook weten wat kan en niet kan en daarom moet men zeer consequent zijn in de opvoeding. De basisinstructies moeten door en door gekend zijn en de hond moet luisteren of er nu een beloning aan vast hangt of niet.

13. Sociale interactie tussen mens en dier

Een hond is een roedeldier, zoals de mens een sociaal wezen is. Beiden hebben dus behoefte aan sociaal contact. Voor ons is dit net iets makkelijker dan voor de hond. In een gezin is er vaak slechts één hond. Het is dus heel belangrijk dat wij zorgen voor sociaal contact opdat de hond zijn plaats in de roedel zou kennen. Een hond waar niet naar omgekeken wordt zal zijn baas veel minder respecteren dan een hond die veel aandacht en affectie krijgt van zijn baas. Wij zijn de alfa en dus verantwoordelijk voor onze roedel. We moeten onze honden niet enkel voeden en beschermen maar ook verzorgen en waarderen. Respect moet verdiend worden en steeds van beide kanten komen.


Wat is voor jou ongewenst gedrag?

Bedenk goed dat dit heel relatief is. Wat jij als een gedragsprobleem ervaart bij jouw hond, is voor een andere hondeneigenaar helemaal geen probleem. Dat hangt van verschillende factoren af, zoals bijvoorbeeld:

in hoeverre accepteer je de hondse eigenschappen van jouw hond?ben je bereid om tegemoet te komen aan de behoeften van jouw hond?hoeveel geduld heb je met je hond?hoe veeleisend ben je?hoe woon je? (een hond die veel blaft in huis, is een groter probleem als je in een flat woont dan wanneer je in een boerderij achteraf woont)

Acceptatie van hondse eigenschappen.

Besef dat een hond een hond is en geen mens. Een hond heeft hondse eigenschappen en behoeften en dient te leren hoe het reilt en zeilt in een mensenhuishouden. Als je je hond dat niet leert, dan kan hij zich nooit aanpassen en dan kan hij voor jou ongewenst gedrag gaan vertonen.

Ook verschilt het van ras tot ras wat het karakter en de behoeften zijn van de hond. Deze zijn namelijk vaak genetisch vastgelegd en horen bij dat ras. Sommige rassen zijn bijvoorbeeld minder op mensen gericht. Andere rassen bezitten behoorlijk veel temperament en weer andere rassen worden als eigenwijs bestempeld.


Tegemoet komen aan de behoeften van je hond.

Een jachthond jaagt graag en een Border Collie heeft veel uitdaging en beweging nodig. Je zult tegemoet moeten komen aan deze rasspecifieke behoeften. Doe je dat niet, dan kan zich een gedragsprobleem gaan ontwikkelen, omdat de hond zich verveelt of omdat hij frustratie opbouwt. Verdiep je daarom van tevoren in verschillende hondenrassen en ook in wat het inhoudt om een hond te hebben, dan voorkom je irritatie en ergernis.

Aangeleerd ongewenst gedrag.

Geloof het of niet, maar het zou best wel eens kunnen dat jij zelf het ongewenste gedrag hebt gestimuleerd.

Een voorbeeld: toen je hond nog een pup was, haalde je hem aan als hij op beide achterpootjes contact met je wilde maken en tegen je opsprong. Dit bedrag is dus vanaf jonge leeftijd beloond met een knuffel en een aai. Nu is je hond groot en doet hij het nog steeds. Alleen nu is het niet schattig meer, want jij moet moeite doen om je staande te houden en die modderpoten op je witte broek, daar wordt je al helemaal niet blij van!


Angst en stress bij de hond.

Veel gedragsproblemen komen voort uit angst, verveling of stress bij de hond. In die gevallen is het voor jou, maar óók voor je hond een probleem en is het tijd om een gedragstherapeut in de arm te nemen. De kwaliteit van jouw leven en dat van jouw hond zal er dan zeker op vooruit gaan!

Medische oorzaak van een ‘gedragsprobleem’.

Een hond kan ook afwijkend gedrag laten zien als hij een lichamelijke kwaal heeft. Voorbeeld: Iedere keer als je je hond aait, gaat hij grommen. 
Het kan zijn dat hij oorpijn heeft en dat hij liever niet wil dat je hem aanraakt. De hond kan dan als agressief bestempeld worden en dat is onterecht.